Okselklieren verwijderen

Uw casemanager vertelt op welke datum de operatie is. Ook hoort u wat er die dag zal gebeuren.

Voor de operatie krijgt u een verdoving. Dit doet de anesthesist. U heeft voor uw opname een telefonische afspraak met de anesthesist en krijgt dan informatie over de narcose. 

Twee dagen voor uw operatie wordt u gebeld door het OLVG West. U hoort dan hoe laat u zich kunt melden op de dag van de operatie. 

U meldt zich op afdeling A4, route 4, 4e etage in OLVG West. Hier vertelt de verpleegkundige hoe de dag eruit ziet. Ook nemen we een vragenlijst met u door om te controleren of de operatie door kan gaan.

U hoort het tijdstip van de operatie op de afdeling. Houd er rekening mee dat een operatie uitgesteld kan worden. Bijvoorbeeld als een patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. Deze patiënten krijgen altijd voorrang. Wij doen er alles aan om u zo snel mogelijk te opereren.

Als u aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige u met bed naar de operatiekamer. U mag geen sieraden dragen. Kunstgebit, gehoorapparaat en contactlenzen moeten uit. Details van sieraden, kunstgebit etc staat niet in borstamputatie en okselkier verwijderen.

U gaat eerst onder narcose. Hierdoor merkt u niets van de operatie. De chirurg verwijdert uw okselklieren. Het litteken zit net onder de haargrens van de oksel en wordt ongeveer 4 tot 5 centimeter lang. De operatie duurt 30 tot 40 minuten. De chirurg hecht de wond onderhuids. Dat betekent dat u de hechtingen niet ziet zitten. Deze hechtingen lossen vanzelf op.

U wordt naar de uitslaapkamer gebracht.  Onder de operatiewond heeft de chirurg een drain achtergelaten. Dit is een dun plastic slangetje, dat vocht uit de wond afvoert. Op de wond heeft u pleisters of gaas. Ook heeft u een infuus.

Als u goed wakker bent, brengt de verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling. Hier mag u weer eten en drinken en is bezoek welkom. 

De verpleegkundige verwijdert het infuus als u zelf weer eet en drinkt, niet misselijk bent en heeft geplast.

Na de operatie kunt u een doof en prikkelend gevoel hebben. Meestal verdwijnt dit na verloop van tijd. De verpleegkundige vraagt hoeveel pijn u geeft. U geeft de pijn een cijfer: 0 betekent geen pijn en 10 betekent allerergste pijn. Zo weet de verpleegkundige of u extra pijnstillers nodig heeft.  

We halen de pleister van de wond en ook de drain gaat eruit. Samen met de verpleegkundige bekijkt u de wond. De verpleegkundige legt uit waar u thuis op moet letten bij de wond.

De verpleegkundige bekijkt samen met u en de arts of u naar huis kunt. De meeste patiënten kunnen 1 dag na de operatie naar huis. Zorg dat iemand u thuis kan brengen. Zelf rijden of reizen met het openbaar vervoer is te zwaar. Als het nodig is, krijgt u een recept mee voor pijnmedicatie.

U mag bij pijn 3x per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol innemen. Het is belangrijk om de paracetamol op vaste tijden te slikken. Heeft u nog steeds pijn? Dan kunt u daarnaast 2x per dag Naproxen 500 mg innemen, eventueel met een maagbeschermer. Heeft u eerder maagproblemen gehad? Overleg dan met uw huisarts.

U mag 1 dag na de operatie douchen. Verwijder voor het douchen  een eventuele pleister. Een nieuw pleister is niet nodig, behalve als er nog wondvocht uit de wond komt. Gebruik dan geen pleister maar een los gaasje met eventueel een papieren pleister.

Soms ontstaat er een bloeduitstorting waardoor de huid rondom het litteken rood of blauw wordt. Deze bloeduitstorting kan langzaam naar beneden zakken. Dit is normaal. De bloeduitstorting zal uit zichzelf langzaam weer verdwijnen.

U krijgt armoefeningen mee naar huis, die u regelmatig moet doen. Zo herstelt uw lichaam sneller.

U voelt zelf het beste wanneer u weer uw normale werkzaamheden kan doen. Voelt u hierbij pijn? Dan stopt u direct. We adviseren om de eerste 2 weken na de operatie geen zware lichamelijke activiteiten te doen. Dus ook geen zwaar huishoudelijk werk, als ramen lappen, stofzuigen of bedden verschonen.

Twijfelt u over wat u wel of niet kunt of mag doen? Neem dan contact op met uw casemanager.

We kunnen niet voorspellen hoe het litteken eruit gaat zien. Doe er geen crème op, zolang de wond niet genezen is. Als de wond goed genezen is, kunt u het litteken en omliggende huid insmeren met een neutrale, ongeparfumeerde vitamine-E-crème. Overleg met uw casemanager welke littekencrèmes u het beste kunt gebruiken.

Na verwijdering van de okselklieren ontstaat er soms vochtophoping bij de wond. Dit gaat vanzelf over, maar dat kan een paar weken duren. Heeft u hier veel last van? Dan kunnen wij dit vocht weghalen met een dikke naald.

De verwijderde okselklieren worden onderzocht. Binnen 2 weken na de operatie heeft u een afspraak met de chirurg voor controle. U krijgt dan ook de uitslag.

De arts bespreekt dan ook een verder behandelplan met u.

Neem contact op met uw casemanager bij:

• een nabloeding of als u seroom heeft. Seroom is een vochtophoping die ontstaat bij het litteken. U herkent dit aan een gezwollen, pijnlijke oksel, en een huid die strak staat.
• een ontsteking van de wond. Dit herkent u aan roodheid, zwelling, warmte of pus bij de wond. Ook kunt u koorts hebben.
• als de randjes van de wond omhoog gaan staan.

Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp van het BovenIJ ziekenhuis. 

Door de operatie moet de chirurg een gevoelszenuw doorsnijden of beschadigen. Hierdoor krijgt u een gevoelloze plek onder uw oksel en aan de achterkant van uw bovenarm. Het gevoel kan na een tijdje terugkomen, maar kan ook helemaal wegblijven. Uiteindelijk went u hieraan. U kunt uw arm gewoon bewegen, soms kan dit wat pijnlijk zijn.

Na de operatie kan lymfevocht zich ophopen in de arm. Dit noemen we lymfoedeem. Niet iedereen krijgt hier last van. U herkent lymfoedeem aan een opgezwollen arm. Soms krijgt u ook pijn en een strak, gespannen of moe gevoel. Zo voorkomt u lymfoedeem:

• Luister naar uw lichaam. Bouw na de operatie uw werkzaamheden voorzichtig weer op. Als u aan het einde van de dag merkt dat uw arm zwaar of vermoeid is, is dat de grens.
• Wacht steeds een paar dagen voordat u meer gaat doen.
• Voorkom wondjes aan de arm/hand van de geopereerde kant. Wondjes kunnen namelijk lymfoedeem veroorzaken. Krijgt u toch een wondje? Ontsmet dit dan direct.
• Laat geen bloed afnemen of infuus prikken in de arm van de behandelde oksel.
• Draag geen strakke kleding of sieraden, zodat het lymfevocht niet geblokkeerd wordt.
• Blijf in beweging, maar voorkom overbelasting. Vooral in de eerste periode na de operatie moet uw arm zich nog aanpassen aan de nieuwe situatie.
• Voorkom extreme warmte en kou.
• Heeft u lymfoedeemklachten? Dan is het belangrijk om u te laten behandelen door een fysiotherapeut met kennis over lymfologie. Hoe sneller u start met een behandeling, hoe groter de kans dat het lymfoedeem ook weer weggaat. De casemanager kan voor u de dichtstbijzijnde fysiotherapeut zoeken en u doorverwijzen.