Implantaten plaatsen tandeloze kaak

Om implantaten in de tandeloze kaak te laten plaatsen, heeft u een doorverwijzing van uw huisarts of tandarts nodig. 

Tijdens een eerste afspraak ziet de kaakchirurg u en legt uit wat er tijdens de behandeling gaat gebeuren. 

Voordat wij de behandeling kunnen uitvoeren, moet er een machtiging bij uw verzekeringsmaatschappij worden aangevraagd. Dit doen wij voor u na het eerste consult.

U meldt zich op de afdeling kaakchirurgie. Een medewerker neemt u mee naar de behandelkamer.

De kaakchirurg verdooft uw mond met een paar prikjes, zodat de behandeling geen pijn doet. Daarna maken we het tandvlees waar het implantaat moet komen los. Met een boortje maakt de kaakchirurg ruimte in het kaakbot voor het implantaat. Hierin schroeven we het implantaat.

De kaakchirurg maakt de wond dicht met oplosbare hechtingen: na 10 tot 14 dagen lossen deze hechtingen vanzelf op.  

De eerste uren na het plaatsen van de implantaten kan het dik worden bij de wond. Dit kunt u tegengaan door direct na de behandeling te koelen met een coldpack.

De verdoving blijft ongeveer 2 tot 5 uur werken. Dus wees voorzichtig met hete dranken en pas op dat u niet op uw lip bijt.

U kunt 1 dag na het plaatsen van de implantaten het implantaat voorzichtig poetsen met een zachte tandenborstel. Doe dit elke dag. Het is belangrijk dat u uw implantaten en later ook uw klikgebit goed schoonhoudt. U krijgt hierover uitleg van uw tandarts of mondhygiënist.

Als u rookt, zal de wond in uw mond minder snel genezen. Ook is er meer kans op problemen na de operatie, zoals een infectie. Daarom adviseren we om na de operatie 3 dagen niet te roken.

Na het inbrengen van de implantaten zullen de implantaten vanzelf vastgroeien in de kaak. Dit duurt gemiddeld 3 maanden. Tijdens deze periode moeten de implantaten rust krijgen. Dit betekent dat u bij implantaten in de onderkaak eerste 2 weken alleen het bovengebit kunt dragen. Bij implantaten in de bovenkaak kunt u de eerste 2 weken alleen het ondergebit dragen. Het kunstgebit dat over de implantaten heen gedragen wordt, moet door de tandarts of tandtechnieker worden aangepast.

Na ongeveer 2 weken past uw tandarts uw eigen kunstgebit aan. Vanaf dat moment mag u 3 maanden lang uw aangepaste kunstgebit dragen, maar u mag er niet geen harde dingen mee eten. De implantaten groeien de eerste 3 maanden namelijk vast aan het bot. Eten van harde dingen kan zorgen dat er te grote druk op komt. Dat kan het vastgroeien beïnvloeden. Eet de eerste 2 weken alleen vloeibare of zachte voeding. Laat uw kunstgebit ’s nachts uit, zodat u niet per ongeluk op uw implantaat kan bijten. Als de implantaten goed zijn vastgegroeid in het kaakbot, kan uw tandarts het definitieve klikgebit maken.

We adviseren om elke 2 jaar een röntgenfoto te laten maken om te zien of het implantaat goed in het kaakbot groeit. Deze controles kunt u in het BovenIJ ziekenhuis laten doen. Zo kunnen we op tijd ingrijpen als iets niet goed gaat.

Neem contact op met de polikliniek kaakchirurgie:

• als de wond blijft bloeden;
• bij koorts boven de 39 graden;
• als u moeite heeft met slikken;
• als de zwelling na een paar dagen erger wordt, in plaats van minder te worden;
• als de pijn na een aantal dagen heviger wordt.