Spreidorthese

Wat is heupdysplasie?

Heupdysplasie is een aangeboren afwijking van het heupgewricht. Het heupgewricht ontwikkelt zich dan te weinig. De heupkop wordt onvoldoende overdekt door de heupkom. De heupkop zit wel in de kom, maar de kom (en soms ook de kop) is onvoldoende ontwikkeld, waardoor het gewricht zich niet goed vormt. Hierdoor kunnen pijnklachten ontstaan en is de kans groter op slijtage (artrose) van het heupgewricht op latere leeftijd.

Heupluxatie

Een ernstige vorm van heupdysplasie is de heupluxatie. De heupkop zit niet meer in de heupkom. Vaak is een operatie nodig is om het heupgewricht weer te herstellen.

Oorzaken van heupdysplasie

Heupdysplasie is een aangeboren afwijking. Ongeveer 2 procent van alle baby’s heeft deze afwijking, meisjes hebben het 4 keer vaker dan jongens. Van alle aangeboren afwijkingen is het verreweg de meest voorkomende. Andere oorzaken kunnen zijn dat het in de familie voorkomt bij broertjes, zusjes, of bij de ouders (dit heet een positieve familieanamnese), bij stuitligging en bij sommige zeldzame syndromen.

Diagnose

Bij lichamelijk onderzoek van uw kindje heeft de huisarts of de arts op het consultatiebureau het vermoeden dat uw kind heupdysplasie heeft. Hij verwijst u dan naar een orthopedisch chirurg wanneer uw kind ongeveer 3 maanden oud is.

Na onderzoek kan de orthopeed definitief vaststellen of uw kind heupdysplasie heeft. Onderzoek bestaat uit het stellen van vragen, lichamelijk onderzoek en het maken van beelden via een echografie of een röntgenfoto. In het BovenIJ ziekenhuis kiezen we voor een röntgenfoto, omdat deze techniek meer informatie geeft dan een echografie. Soms besluit de orthopeed om aanvullend een echografie te maken. We kunnen een röntgenfoto van uw kindje maken vanaf de leeftijd van 3 maanden. 

Behandeling met de spreidorthese

De heupdysplasie kan worden behandeld met een spreidorthese: door de heup tijdelijk in een andere stand vast te zetten, kan de kom zich beter ontwikkelen. Bij deze vaste stand worden de benen zoveel mogelijk gespreid, in een hoek van 90 tot 100 graden. Hierdoor wordt de kop goed in de kom geduwd. Dit is nodig om de groei van de kom ten opzichte van de kop te stimuleren. Behandeling met de spreidorthese kan 6 weken maar ook 9 maanden duren. Na de leeftijd van 15 maanden wordt meestal geen spreidorthese meer gegeven.

De spreidorthese wordt geleverd door de gipskamer. We proberen een afspraak met onze gipsverbandmeester te plannen meteen na uw afspraak bij de orthopeed. Ongeveer 3 maanden na het aanmeten van de spreidorthese heeft u een controleafspraak bij de orthopeed. Hij onderzoekt opnieuw de afwijking aan de heupen en beoordeelt het resultaat van de behandeling.

Bij de gipsverbandmeester

De gipsverbandmeester meet de spreidorthese aan bij uw kind, stelt deze af en geeft u hierover informatie. U komt tijdens de behandeling één of twee keer voor controle bij de gipsverbandmeester.

Dragen van de spreidorthese

• Tijdens de eerste 3 maanden draagt uw kind de spreidorthese 23 uur per dag. Alleen bij verzorging van uw kind gaat de spreidorthese af.
• Na 3 maanden bepaalt de arts hoe en hoe vaak uw kind de spreidorthese moet dragen.
• Het dragen van de spreidorthese is niet pijnlijk voor uw kind.
• Uw kind gaat de spreidorthese direct 23 uur per dag dragen, er is geen wenperiode. Uw kind went er vaak sneller aan dan u en uw omgeving. 
• Doe de spreidorthese niet te los, daardoor kan spreidorthese minder goed werken.
• Hou uw kind niet tegen wanneer hij wil gaan omrollen, kruipen, zitten of staan met de spreidorthese. 
• Let er bij de verzorging van uw kind op of hij rode plekken heeft die niet weggaan (druk- of irritatieplekken). Deze komen vooral voor in de knieholte. Neem dan contact op met gipskamer.
• Let er bij de verzorging op dat u uw kind niet optilt aan de benen.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem contact met ons op. U kunt ook onze website raadplegen. 

Contactinformatie afdelingen