Botopbouw (sinuslift)

Bot uit de mond 

De behandeling

De kaakchirurg haalt een stukje bot van een andere plek in de mond. Hierbij wordt vaak het bot achteraan in de bovenkaak gebruikt. U krijgt hiervoor een lokale verdoving: een prikje in de mond. Na de verdoving maakt de kaakchirurg een sneetje in uw tandvlees en wordt er wat bot weggehaald. Daarna wordt het stukje bot met een schroefje vastgemaakt op de nieuwe plaats in de mond. Als u het fijn vindt, mag u voor deze behandeling ook onder narcose. De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen, die na ongeveer 2 weken vanzelf oplossen. Deze behandeling duurt ongeveer 45 tot 60 minuten.

Na de behandeling

De verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. U kunt dan pijn krijgen. Daarom is het verstandig om een pijnstiller te nemen voordat de verdoving is uitgewerkt. De kaakchirurg geeft u van tevoren informatie over. Ook krijgt u een recept voor de pijnstillers mee. Na de behandeling kan uw wang of lip dik worden. Deze zwelling wordt na 3 dagen langzaam minder. Dit is normaal. U kunt de zwelling tegengaan door uw wangen te koelen met een coldpack. 

Verzorging na de behandeling

Voor de verzorging van het gehechte tandvlees gebruikt u een mondspoelmiddel dat de kaakchirurg adviseert. Tandenpoetsen mag dezelfde dag, maar ontzie daarbij de eerste dag de wond. Het nieuwe stukje bot moet vastgroeien aan uw kaak. Daarom kunt u de eerste 2 weken het beste zachte voeding eten. Ook is het verstandig om de eerste 2 weken niet te roken. Anders kan de wond niet goed genezen en groeit het nieuwe stukje bot minder goed vast. U komt 2 weken na de behandeling naar het BovenIJ voor controle.

Plaatsen implantaten

Na 3 tot 5 maanden is de botopbouw voldoende aan uw kaak vastgegroeid. De kaakchirurg haalt dan de schroefjes uit uw kaak. Nu is uw kaak klaar voor het plaatsen van implantaten.