U bevindt zich hier: Home | Onderzoeken & Behandelingen | Niersteen verwijdering - via de huid - PNL
Er kunnen redenen zijn om tot verwijdering van een niersteen over te gaan. Bijvoorbeeld heftige pijnaanvallen (kolieken), stuwing van de nier, infecties of een verminderende functie van de nier. De steen wordt verwijderd met behulp van een bepaalde operatietechniek, percutane niersteenverwijdering genoemd (ook wel Percutane NefroLitholapaxie: PNL).
Percutaan betekent door de huid. De nier wordt door de huid heen aangeprikt met behulp van een naald, waarna de arts dit kanaaltje oprekt en een hol buisje met een diameter van ongeveer één centimeter in de nier kan inbrengen. Via dit buisje kan de steen met behulp van speciale instrumenten verwijderd worden. Een voordeel van de percutane benadering is dat er slechts een klein litteken ontstaat (ter grootte van het holle buisje). Ook biedt deze behandeling de beste kansen om de steen in één operatie volledig te kunnen verwijderen.
Om u goed en veilig voor te bereiden op de operatie, krijgt u enige tijd voor de operatie een afspraak bij de anesthesist (preoperatief spreekuur) en het patiënten service bureau. Hier heeft u een gesprek met een intakeverpleegkundige en krijgt u een kort lichamelijk onderzoek.
Het klinisch planbureau plant, in overleg met u, de operatiedatum zodra duidelijk is dat u de operatie kunt ondergaan. Hoe snel u geholpen kunt worden is onder andere afhankelijk van de lengte van de wachtlijst. Wij proberen dit zo snel mogelijk voor u te regelen.
De operatie vindt plaats onder narcose. Meestal bestaat de operatie uit 2 delen:
U ligt op uw rug en de arts kijkt via de plasbuis in de blaas (cystoscopie). Er wordt een dun hol buisje ingebracht in de blaas waar de arts met speciale instrumenten door kan kijken. De uitmonding van de urineleider in de blaas wordt opgezocht en een dun slangetje wordt in de urineleider (=ureter) opgeschoven tot in de nier. Dit slangetje (genaamd ureterkatheter) komt via de plasbuis naar buiten.
De instrumenten worden uit de blaas genomen en de ureterkatheter wordt vastgemaakt aan een blaaskatheter. Via de ureterkatheter kan later tijdens de operatie (contrast)vloeistof in het verzamelsysteem van de nier worden gebracht om deze zichtbaar te maken middels een röntgenfoto.
In de tweede fase van de operatie wordt uw houding veranderd: u wordt op uw buik gedraaid en met kussens ondersteund. De nier ligt aan de rugzijde van het lichaam, en wordt via de huid van de rug aangeprikt. Hiervoor wordt het verzamelsysteem van de nier waarin de steen zich bevindt, verwijd met behulp van (contrast)vloeistof die via de ureterkatheter in de nier wordt gebracht.
De nier wordt in beeld gebracht met een echoapparaat of met behulp van röntgenstralen waarna de nier met een dunne naald wordt aangeprikt (punctie). Wanneer er via deze naald urine naar buiten komt, dan is er een verbinding gemaakt met het verzamelsysteem van de nier. Het kanaaltje dat door de naald is gemaakt, wordt verwijd tot een diameter van ongeveer 1 centimeter. Dit gebeurt met een speciaal instrument dat het kanaaltje veilig kan oprekken. Uiteindelijk is er een holle buis ter grootte van een flinke balpen in de nier aanwezig.
Met het juiste instrumentarium kan de arts de nier onderzoeken en de steen verwijderen. Is de steen groter dan de doorsnede van de buis? Dan moet de steen eerst met speciale apparatuur verkleind worden. Daarna worden de deeltjes weggenomen. Omdat de urine na de ingreep meestal bloederig is, wordt na verwijdering van de steen de holle buis vervangen door een nierkatheter (nefrostomiekatheter) in het verzamelsysteem van de nier. Via dit slangetje wordt de urine naar buiten toe afgevoerd.
Soms is de steen zo groot dat hij een groot gedeelte van het verzamelsysteem in de nier opvult. Men spreekt dan van een afgietselsteen. De complete steen kan niet altijd in één keer worden verwijderd. De reststenen worden dan meestal door de niersteenvergruizer verkleind, waarna de deeltjes uitgeplast worden. Soms is een tweede percutane behandeling nodig.
Na de operatie is meestal een nierkatheter aanwezig die door het operatiekanaal is aangebracht en via de rug naar buiten komt. Ook het dunne slangetje dat tijdens de operatie in de urineleider is gebracht, blijft daar meestal nog enige tijd. In dat geval heeft u ook een blaaskatheter gekregen.
Na de operatie wordt er soms nog een röntgenfoto gemaakt. Blijkt hieruit dat er geen resten van de steen in de urineleider of nier zijn achtergebleven, dan worden eerst de nierkatheter en (meestal één dag later) de blaaskatheter en ureterkatheter verwijderd.
Deze katheters blijven na de ingreep nog enkele dagen zitten, totdat de urine helder is. Dit gebeurt omdat bloedingen stolsels kunnen veroorzaken die de afvloed van de nier kunnen blokkeren.
De insteekopening in de huid sluit zich spontaan maar kan één tot twee dagen na de verwijdering van de katheter kan nog wat urine lekken. Dit stopt vanzelf. Hierna kunt u in principe het ziekenhuis verlaten. Na enkele weken komt u op controle bij uw arts. Meestal wordt er dan vooraf een korte CT-scan gemaakt om zeker te weten dat alle steen(restjes) verwijderd zijn.
Over het algemeen is een percutane niersteenverwijdering een veilige methode. De hierna genoemde complicaties komen bijna niet voor:
Deze informatie is bedoeld om u te informeren over hoe deze behandeling meestal verloopt en wat de risico’s en bijwerkingen zijn. Afhankelijk van de persoonlijke situatie kan de behandeling iets anders verlopen. Heeft u nog vragen dan kunt u contact opnemen met de urologie polikliniek. Voor het begin van de operatie, spreekt u de arts nog op de operatieafdeling. Wanneer u op dat moment nog vragen heeft, kunt u deze dan stellen.
Wilt u deze pagina delen via Social media? Accepteer dan eerst de functionaliteit cookies.