Darmonderzoek (coloscopie)

U heeft een afspraak voor een onderzoek van de dikke darm (coloscopie). In deze folder kunt u lezen over het onderzoek en over de voorbereidingen die nodig zijn. Ook leest u wat u tijdens en na het onderzoek kunt verwachten.

Tijdens het onderzoek van de dikke darm bekijkt de arts het slijmvlies aan de binnenkant van de dikke darm en het laatste stuk van de dunne darm. De arts gebruikt hiervoor een endoscoop. Dit is een dunne flexibele slang met aan het uiteinde een camera en een lampje. De arts kan het onderzoek op een televisiescherm volgen. 
Bij het onderzoek kan de arts een stukje weefsel wegnemen (biopt) voor nader onderzoek. Ook kan de arts poliepen verwijderen, bloedingen stelpen en vernauwingen oprekken.
Coloscopie

Wat kan de arts zien tijdens het onderzoek? 

  • Divertikels: kleine uitstulpingen in de wand van de dikke darm, deze kunnen gaan ontsteken. 
  • Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa: chronische ontstekingsziekten van de darm. 
  • Poliepen: kleine, meestal goedaardige gezwellen in de dikke darm. Sommige soorten poliepen kunnen, als ze groter groeien, kwaadaardig worden. Om die reden zullen we in principe alle poliepen verwijderen.
  • Darmkanker: bij kanker van de dikke darm en de endeldarm bevindt zich een kwaadaardig gezwel in de darmwand. 

Voorbereiding thuis 

Om de dikke darm van binnen goed te kunnen bekijken, moet deze helemaal schoon zijn. Het schoonmaken van uw darmen doet u thuis. Eventueel kunt u hiervoor ook opgenomen worden. Het schoonmaken van uw darmen gebeurt door: een vezelbeperkt dieet, een laxeermiddel en veel drinken. 
Als u een stoma heeft, dan vraagt het schoonmaken extra aandacht. Neemt u hiervoor contact op met uw stoma-verpleegkundige.

Begeleiding

Omdat u sedatie krijgt voor dit onderzoek, is het noodzakelijk dat iemand u ophaalt van het Endoscopie Centrum. U mag niet alleen naar huis, ook niet met openbaar vervoer of taxi. Tot de ochtend na het onderzoek mag u zelf niet actief deelnemen aan het verkeer.

 Let op: Heeft u dit niet geregeld, dan kan het onderzoek niet doorgaan.

Vezelarm dieet

U begint twee dagen voor het onderzoek met een vezelarm dieet. 
U mag wel eten: 
  • Broodmaaltijden met beschuit, wit of licht bruinbrood met margarine of boter. Magere vleeswaren, zoals ham, rookvlees of kipfilet, een gekookt ei, hagelslag, chocoladepasta, honing, stroop en jam zonder pitjes. 
  • Fruit zoals: zacht, rijp fruit of fruit uit blik of pot, zonder pitjes, vezels of schil. Appelmoes, vruchtenmoes. 
  • Warme maaltijden, zoals: soep zonder groeten, wel met vlees en/of vermicelli. Aardappelen, witte rijst, pasta. Licht gebraden mager vlees, vis of kip (zonder vel). 
  • Gaar gekookte groenten zoals: jonge bietjes, bloemkool, broccoli, worteltjes. 
  • Desserts: vla, pudding, kwark of yoghurt.
Niet eten:
  • Volkoren graanproducten zoals: brood met zaden, volkorenbrood, volkoren en meergranen pasta en zilvervliesrijst. 
  • Vezelige groenten zoals: asperges, bleekselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, maïs, champignons, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika’s, rauwkost. 
  • Bepaalde fruitsoorten zoals: sinaasappel, grapefruit, mandarijnen, kiwi’s, bramen, druiven, aardbeien en gedroogde vruchten. 
  • Noten, pinda’s en zaden 

Laxeermiddel Pleinvue

Naast het vezelarm dieet gebruikt u het laxeermiddel Pleinvue (tenzij anders voorgeschreven). Volg de aanwijzingen uit de Pleinvue-folder op voor het drinken van dit laxeermiddel. De folder krijgt u bij het maken van uw afspraak. 
Drinkt u niet alle Pleinvue op dezelfde avond, tenzij anders afgesproken. De darmen worden schoner met een pauze (nacht) tussendoor.

Drinken (tot 2 uur voor het onderzoek)

Tijdens de voorbereiding mag u, tot 2 uur voor het onderzoek, alleen heldere vloeistoffen drinken zoals: water, heldere bouillon, heldere vruchtensappen (zonder pulp), frisdranken zonder koolzuur (‘prik’) en thee (geen koffie). 
Vanaf 2 uur voor het onderzoek mag u niets meer drinken. 
Belangrijk: Als de dikke darm niet goed schoon is, kan het onderzoek niet plaatsvinden of moet het onderzoek halverwege gestaakt worden. Het onderzoek zal dan opnieuw ingepland moeten worden.  

Wat kunt u verwachten?

Na enige tijd komt er ontlasting (in de avond). Zorg dat u in de buurt blijft van een toilet. U kunt last krijgen van buikkrampen. Uiteindelijk is de ontlasting zo dun als water en heeft de ontlasting een lichtgele (doorzichtige) kleur. 

De dag van het onderzoek

  • U meldt zich 15 minuten voor de afgesproken tijd bij de receptie van het Endoscopie Centrum. 
  • De verpleegkundige haalt u op en bereidt u voor op het onderzoek. 
  • Dit is het moment dat uw eventuele begeleider de ruimte verlaat. Uw begeleider kan niet bij het onderzoek aanwezig zijn. 
  • Voor het onderzoek kleedt u zich van onderen uit en gaat op het onderzoeksbed liggen. 
  • U krijgt een infuusnaald in uw arm, waardoor u tijdens het onderzoek een pijnstiller en eventueel een slaapmiddel (roesje) krijgt. 
  • Wij meten tijdens het onderzoek uw bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed. 
  • Het onderzoek duurt 30-45 minuten. 
  • U ligt tijdens het onderzoek op de linkerzij. De arts kan u vragen om tijdens het onderzoek op uw rug te gaan liggen of op uw andere zij te draaien.
  • De arts schuift via de anus de endoscoop de darm in. Dit kan gevoelig zijn. 
  • Er wordt lucht in de darm geblazen zodat de darm zich kan openen. Dit kan pijn doen, als u een wind laat zakt de pijn meestal af. 
  • Soms vraagt de arts aan de verpleegkundige om met de handen te drukken op uw buik. 
  • Nadat het verste punt is bereikt, trekt de arts de endoscoop langzaam terug. Op dit moment vindt het onderzoek en de eventuele behandeling plaats. 
  • Tijdens het terugtrekken van de endoscoop wordt de ingeblazen lucht zoveel mogelijk verwijderd. 
  • Na het onderzoek wordt u naar de uitslaapkamer op de afdeling gebracht.
  • Als u bent bijgekomen van het onderzoek en de medicatie (na ongeveer 1,5 uur) en zich geen bijzonderheden hebben voorgedaan, mag u onder begeleiding naar huis. 

Na het onderzoek - complicaties

Na het onderzoek kunt u nog last hebben van wat buikpijn, een veranderd ontlastingspatroon of last van lucht in de darm. 
Als er stukjes weefsel zijn weggenomen of poliepen verwijderd, kunt u tot 14 dagen na het onderzoek bloedverlies hebben. Een kleine hoeveelheid is niet erg, bij ruim bloedverlies neemt u contact op met uw behandelend arts of huisarts.
Het komt zelden voor dat er een scheurtje in de darmwand optreedt, maar dit is wel mogelijk. De kans neemt toe bij een ernstig ontstoken of vernauwde darmwand, bij verwijdering van een poliep of de aanwezigheid van veel uitstulpingen. U krijgt dan buikpijn en later koorts. Neem dan direct contact op met uw behandelend arts. ’s Avonds, ‘s nachts en in het weekend belt u de spoedeisende hulp van het BovenIJ ziekenhuis. 

De uitslag

De weggenomen stukjes weefsel of poliepen worden naar het laboratorium gestuurd. De uitslag van het onderzoek krijgt u tijdens het volgende bezoek op de polikliniek van uw specialist. Of er is met u afgesproken dat u de uitslag van uw huisarts krijgt. Na het onderzoek krijgt u wel een nazorgbrief mee met een kort verslag van het onderzoek. 


Uitslag na bevolkingsonderzoek

Hebt u het onderzoek ondergaan naar aanleiding van het bevolkingsonderzoek? Dan bellen wij u een week na het onderzoek over de uitslag.

Belangrijk!

Licht de arts of verpleegkundige voor het onderzoek in over: 
  • een allergie voor bepaalde geneesmiddelen; 
  • afwijkingen aan hart- en/of bloedvaten; 
  • longaandoeningen; 
  • (mogelijke) zwangerschap;
  • suikerziekte;
  • of u een stoma heeft;
  • of u een oogaandoening heeft, zoals glaucoom. 
Gebruik geen bodylotion of andere crème op het lichaam, dit kan storing geven aan de apparatuur.

Medicijnen

Met een aantal medicijnen moet u voor het onderzoek stoppen. Uw specialist heeft hierover afspraken met u gemaakt. Het gaat om: 
  • Bloedverdunners: als de arts tijdens de coloscopie een poliep verwijdert, ontstaat er een wondje aan de binnenzijde van de darm. Bij het gebruik van bloedverdunnende middelen kan er een langdurige bloeding optreden. Als u bloedverdunners gebruikt, is het dus belangrijk dat u uw arts hierover informeert. 
  • Pijnstillers: een aantal pijnstillers kan een bloed verdunnende werking hebben. Als u pijnstillers gebruikt, overleg dan van tevoren met uw behandelend arts. 
  • Diabetesmedicijnen: bent u diabetespatiënt, overleg dan met uw arts of de (diabetes)verpleegkundige hoe u het gebruik van tabletten of de insulinedosering moet aanpassen. 
  • IJzertabletten: als u ijzertabletten gebruikt moet u het gebruik, in overleg met uw arts, 10 dagen voor het onderzoek stoppen, omdat anders de darm niet goed te reinigen is.
Overige medicijnen
Overige medicijnen kunt u gewoon blijven innemen. Neem een overzicht mee van de medicijnen die u gebruikt. Dit overzicht kunt u gratis ophalen bij uw apotheek. De arts weet dan welke medicijnen u gebruikt.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek waar u onder behandeling bent.

Bent u verhinderd?

Heeft u een belangrijke reden waarom u niet kunt komen op uw afspraak? Neem contact met ons op.

Contactinformatie afdelingen

Maag-, darm- en leverziekten (MDL) polikliniek

Openingstijden Maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 16.30 uur
Telefoonnummer 020-634 6185
Route 2e etage west

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven