Chronisch ziek en Ramadan
Als u chronisch ziek bent, kan dat gevolgen hebben voor deelnemen aan de Ramadan. In deze folder leest u daar meer over.
Wel of niet vasten
Vrijstelling
Risico's
- Door het vasten kan het lichaam anders op medicijnen reageren, ook wanneer deze op de voorgeschreven tijden worden ingenomen.
- Sommige medicijnen kunnen niet tegelijk ingenomen worden omdat ze dan elkaars werking beïnvloeden.
De werking van een geneesmiddel kan negatief worden beïnvloed doordat u ze inneemt op een nuchtere maag.
Diabetes
Bij patiënten met diabetes kunnen zich de volgende risico’s voordoen:
- Uw bloedsuiker kan ontregeld raken.
- U kunt tijdens het vasten overdag lage bloedsuikers (hypo’s) krijgen.
- Na het verbreken van het vasten (na de Iftar) kunt u hoge bloedsuikers (hyperglycaemie) krijgen.
- Door een onregelmatig eetpatroon gaan de bloedsuikers schommelen.
Wanneer mag en kunt u niet vasten?
- Wanneer u diabetes mellitus type 1 heeft.
- Wanneer u diabetes mellitus type 2 heeft met complicaties.
- Wanneer u andere chronische aandoeningen heeft en het niet mogelijk is om de medicatie aan te passen.
- Wanneer de arts duidelijk aangeeft dat het vanuit medisch oogpunt gezien niet verantwoord is om te vasten.
Wanneer mag u wel vasten?
Wat dient u tijdens het vasten te doen?
- Volg het advies van de arts op.
- Probeer bewust met uw voedingspatroon om te gaan (probeer voldoende groente, fruit en zuivel te nemen).
- Drink voldoende.
- Geef het op tijd aan als het niet goed gaat.
- Maak een vervolgafspraak voor na het vasten om de medicatie aan te passen.
Bij patiënten met diabetes gelden de volgende aandachtspunten:
- Wees voorzichtig met alle suikerhoudende producten zoals deegwaren, dadels en vruchtensappen.
- Controleer indien mogelijk uw bloedsuikers zoals dat door de arts met u besproken is. Met name in de eerste 4 dagen is het belangrijk om bij te houden hoe uw lichaam op het vasten reageert.
Wat dient u tijdens het vasten niet te doen?
- Afwijken van het advies van uw arts.
- Andere adviezen opvolgen dan de adviezen die u met uw arts heeft afgesproken.
- Zelf uw medicatie aanpassen.
- Zonder overleg van uw behandelaar vasten.
- Overmatig nuttigen van koolhydraten en vetrijke voeding.