Angiografie

Een angiografie is een röntgenonderzoek van de slagaderen. Bij dit onderzoek wordt met een jodiumhoudende contrastvloeistof het verloop van de vaten zichtbaar. Met een angiografie kan de werking en eventuele afwijkingen van de slagaderen in beeld gebracht worden.

Zijn er voorbereidingen nodig?

Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u in overleg met uw behandelend arts 3-10 dagen voor het onderzoek stoppen met het innemen van deze medicijnen:

  • Acenocoumarol (voorheen sintromitis); 3 dagen voor het onderzoek stoppen
  • Fenprocoumon (marcoumar): 5 dagen voor het onderzoek stoppen
  • Ascal (acetylsalicyl): U hoeft hiermee niet te stoppen, tenzij u meer dan 150 milligram gebruikt, dan stopt u 10 dagen van tevoren.

Als u diabetes heeft mag u de volgende medicijnen niet gebruiken: Metformine: stop de dag van het onderzoek, herstart 48 uur na het onderzoek.

Eventuele andere medicijnen mag u gewoon blijven innemen.

Dag van het onderzoek

Op de dag van het onderzoek bent u nuchter. Het tijdstip waarop het onderzoek plaatsvindt, bepaalt tot wanneer u nog mag eten en drinken. Dit betekent dat u:

Tot 6 uur voordat het onderzoek plaats vindt gewoon mag eten en drinken, maar géén extreem vette maaltijden.

Tot 2 uur voordat het onderzoek plaats vindt gewoon helder vloeibaar mag blijven drinken. Toegestaan zijn heldere suikerhoudende dranken zoals appelsap, limonade, thee met/zonder suiker en sportdranken, ook koffie met/zonder suiker is toegestaan. Tanden poetsen mag ook. U mag nu niets meer eten. Niet toegestaan zijn melkproducten of vruchtvlees bevattende vruchtensappen. Ook is het niet toegestaan om kauwgom te eten omdat dat de speekselproductie stimuleert en daarmee dus de hoeveelheid van de maaginhoud beïnvloed.

Vooraf op de verpleegafdeling krijgt u 10 mg Diazepam (valiumtablet). Dit helpt u om beter te ontspannen. Voorafgaand aan het onderzoek worden uw beide liezen geschoren, om de huid beter te kunnen desinfecteren. Zorg dat u vlak voor het onderzoek nog naar het toilet gaat. Het is erg lastig als dit tijdens het onderzoek nodig zou blijken.

Omdat er tijdens het onderzoek in een slagader geprikt wordt, is nacontrole van de insteekwond noodzakelijk. U wordt daarom voorafgaande aan het onderzoek opgenomen op de verpleegafdeling. Tevens is het soms nodig om een paar laboratoriumtests te doen.

Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?

U gaat op uw rug op de onderzoekstafel liggen. De onderzoekstafel is beweegbaar en kan in allerlei standen worden gezet. Om infecties te voorkomen, wordt uw lichaam afgedekt met steriele doeken.

Eén van uw liezen wordt ontsmet met jodium en plaatselijk verdoofd. Hierna wordt het bloedvat aangeprikt om een dun slangetje, de katheter, in de slagader te kunnen inbrengen. De katheter wordt opgeschoven naar de gewenste positie, meestal de buikslagader. Daarna wordt de contrastvloeistof ingespoten. Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof worden er foto’s gemaakt. Dit wordt enige keren herhaald.

Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek stil ligt. Soms wordt u gevraagd de adem even in te houden.

Contrastvloeistof (intra-arterieel)

Voor dit onderzoek is het noodzakelijk om een contrastvloeistof toe te dienen. Contrastvloeistoffen worden gemaakt op basis van jodium. Ze zijn nodig om de bloedvaten en andere structuren in het lichaam zichtbaar te maken en zo tot een betere diagnose te komen. Voor aanvang van het onderzoek wordt de slagader met een naald aangeprikt. Handmatig of via een injector (pomp) wordt de contrastvloeistof toegediend. Tijdens het inspuiten kunt u een warmtesensatie over het gehele lichaam krijgen, ook hebben veel patiënten het gevoel dat ze plassen. Dit gevoel verdwijnt weer snel. Na het onderzoek wordt het infuus weer verwijderd. Soms treden er tijdens het onderzoek bijwerkingen op zoals galbulten, jeuk of een rode verkleuring van de huid. De afdeling radiologie heeft medicijnen om dergelijke reacties tegen te gaan. In zeer zeldzame gevallen kunnen contrastvloeistoffen een allergische reactie oproepen of nierschade veroorzaken.

Voordat er contrastvloeistof wordt toegediend is het daarom belangrijk om van u te weten of één van de volgende complicaties/aandoeningen van toepassing is:

  • Allergieën in het heden en verleden (bijv. erge astma)
  • Schildklierafwijkingen
  • Nierfunctiestoornissen
  • Contrastreacties in de voorgeschiedenis zoals niezen, jeuk, galbulten, bleekheid, zweten, hoesten
  • (Ernstige) hoofdpijn, roodheid van de huid, ernstige daling van de bloeddruk e.d.
  • Suikerziekte

Mocht een van de bovenstaande aandoeningen op van toepassing zijn, meld dit dan voorafgaande aan het onderzoek aan de laborant(e). Een radioloog kan dan bepalen of er contrastvloeistof mag worden toegediend.

Borstvoeding

Indien er tijdens de periode van borstvoeding een onderzoek met contrastvloeistof noodzakelijk is, mag er gedurende een dag na het onderzoek geen borstvoeding gegeven worden.

Rijvaardigheid

Er is geen reden een effect te verwachten op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen.

Algemene adviezen

Contrastmiddel is belastend voor uw nieren. Om ervoor te zorgen dat het contrastmiddel uw lichaam zo snel mogelijk weer verlaat, adviseren wij u 2 liter vocht én een kop bouillon te drinken op de dag vóór het onderzoek en op de dag van het onderzoek.

Ook medicijnen die vrij verkrijgbaar zijn bij de drogist kunnen problemen geven in combinatie met een onderzoek met contrast. Dit zijn pijnstillers uit de groep van de niet steroide anti-inflammatoire drugs (NSAID’s), zoals diclofenac (o.a. Voltaren®), ibuprofen (o.a. Brufen®), naproxen. Deze mag u tenminste 24 uur voor het onderzoek niet meer innemen. Sommige van deze medicijen (NSAID’s) blijven lang in uw bloed aanwezig, zoals fenylbutazon, piroxicam en meloxicam (Movicox®). Wij adviseren u deze medicijnen (NSAID’s) vanaf tenminste 48 uur vóór en na het onderzoek niet te gebruiken. 

Is het onderzoek pijnlijk?

Het onderzoek kan gevoelig zijn. Het toedienen van de verdoving voelt als een injectie. De opening in de huid, waar de katheter wordt ingebracht, is slechts enkele millimeters groot. De opening vormt geen verwonding van betekenis. De bloedvaten zijn van binnen gevoelloos omdat de bloedvaten geen zenuwen hebben. Het opschuiven van de katheter is niet pijnlijk.

Hoe lang duurt het onderzoek?

De totale duur van dit onderzoek is gemiddeld ongeveer 60 minuten.

Wat gebeurt er na het onderzoek?

Na het onderzoek wordt de katheter verwijderd. Op de afdeling wordt de punctieplaats    regelmatig gecontroleerd op de aanwezigheid van een bloeduitstorting.

Het contrastmiddel verlaat het lichaam via de urine en ontlasting. Het is belangrijk om na het onderzoek veel te drinken. Zo raakt u het contrastmiddel zo snel mogelijk weer kwijt.

Afhankelijk van de afdrukmethode moet u bedrust houden. Dit kan variëren van 2 tot 8 uur. De verpleegkundige kan u dit na het onderzoek vertellen. De volgende ochtend wordt het drukverband verwijderd. De insteek opening kan zijn afgesloten met een zogenaamde "angioseal", deze seal lost vanzelf op.

Uw bloed wordt in het laboratorium onderzocht. Als de uitslag van het bloed goed is, kunt u naar huis. Wanneer u met de auto bent gekomen, is het aan te raden iemand mee te brengen die u naar huis kan rijden. Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur na het onderzoek uw lies niet belast. Dit betekent zo min mogelijk de trap op- en afgaan en niet bukken

Wanneer en van wie krijg ik de uitslag?

De radioloog bestudeert de gemaakte foto’s. De uitslag is na 2 à 3 werkdagen bekend. U krijgt de uitslag van uw behandelende arts na ongeveer 10-14 dagen. De tussenliggende tijd is nodig voor bespreking met de behandelende arts en het “vaatteam”.

Zijn er risico’s/ bijwerkingen?

Algemeen:

Het kan zijn dat u een bloeduitstorting krijgt op de plaats waar het katheter werd ingebracht. Contrastvloeistof kan allergische reacties veroorzaken zoals: jeuk, galbulten en verkleuring van de huid. De afdeling radiologie heeft medicijnen om dergelijke reacties direct tegen te gaan. Daarnaast treden zelden echte complicaties op zoals een grotere nabloeding of stolselvorming. Stolselvorming in de bloedbaan kan leiden tot een acute verstopping in de bloedbaan met als gevolg een operatie. In zeldzame gevallen kan een hartinfarct of een herseninfarct ontstaan.

Röntgenstraling

Het onderzoek wordt uitgevoerd met zo min mogelijk röntgenstraling als nodig is voor kwalitatief goede opnamen. Uw behandelende arts en de radioloog wegen het nadeel van de röntgenstraling af tegen de informatie die het onderzoek kan opleveren.

Zwangerschap

Voor vrouwen geldt: als u zwanger bent of denkt te zijn, neem dan van tevoren contact op met de afdeling Radiologie. Het is beter het ongeboren kind niet aan röntgenstraling bloot te stellen. In overleg kan worden besloten of het onderzoek door kan gaan of uitgesteld wordt.

Te laat komen kan betekenen dat u dezelfde dag niet meer geholpen kunt worden.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u tijdens kantooruren de Radiologie afdeling bellen. 

Opmerkingen, suggesties, klachten

Indien u suggesties heeft voor verbeteringen met betrekking tot het onderzoek horen wij dat graag. Indien u niet tevreden bent over de uitvoering van het onderzoek of onze medewerkers wordt u geadviseerd om zo mogelijk uw bezwaren direct kenbaar te maken aan de betrokken medewerker(s).

Suggesties, opmerkingen en klachten kunt u sturen naar het secretariaat polikliniek Radiologie BovenIJ ziekenhuis.

Contactinformatie afdelingen

Radiologie polikliniek

Telefoonnummer 020-634 6166
E-mailadres radiologie@bovenij.nl
Route 54

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven