Bryant-tractie - Behandeling van een dijbeenfractuur bij kinderen

Uw kind is opgenomen met een fractuur in het dijbeen. Er is gekozen voor een behandeling met Bryant-tractie. Bij deze behandeling wordt het gebroken bot met behulp van gewichtjes zo goed mogelijk op zijn plaats gebracht en gehouden. In deze folder vindt u meer informatie over de behandeling. Algemene informatie over de opname in het ziekenhuis vindt u in de folder ‘Opname op de kinderafdeling’.

Een behandeling met Bryant-tractie

Bryant-tractie

Bij een Bryant-tractie worden er gewichtjes via een katrol aan de benen van uw kind gehangen. Hierdoor wordt er licht aan de benen getrokken, waardoor de botdelen in een zo goed mogelijke stand komen te staan. Door de natuurlijke botgenezing zal het gebroken bot dan in de goede stand aangroeien.

Hoe werkt het?

De benen van uw kind worden omzwachteld met verband. Aan dit verband worden touwtjes bevestigd met gewichtjes van 500 gram tot 3 kilo, afhankelijk van het gewicht van uw kind. De benen worden verticaal geplaatst en licht naar buiten gedraaid. De behandeling vindt plaats in het ziekenhuis en duurt drie tot vier weken.

Voor wie is deze behandeling geschikt?

Bij de keuze voor Bryant-tractie spelen de volgende factoren een rol: de leeftijd van het kind en de plaats en de stand van de breuk. Bryant-tractie wordt alleen toegepast bij kinderen jonger dan 4 jaar. Daarna zijn de benen te lang en gaat er als gevolg van de zwaartekracht te weinig bloed naar de voeten.

In het ziekenhuis

Pijnbehandeling

De eerste dagen dat uw kind in tractie ligt, kan het last hebben van pijn en spierkramp, (spierschokjes, door gespannen spieren). Spierkrampen zijn een reactie van het lichaam op de beenbreuk en het verplegen in tractie. Na een aantal dagen is het schokken veel minder. Uw kind krijgt eventueel diazepam om de spieren te ontspannen. Vanaf de start van de behandeling krijgt uw kind pijnstillers.

Controles

Uw kind ligt steeds in één houding. Daarom controleert de verpleegkundige regelmatig de bloedcirculatie van de benen en voeten van uw kind en of er drukplekken zijn. De orthopeed, de chirurg (de behandelend specialist) en de gipsverbandmeester komen regelmatig langs om met u de voortgang te bespreken en uw vragen te beantwoorden.

Tijdens de behandeling worden röntgenfoto’s gemaakt om de voortgang te volgen. Aan de hand hiervan bepaalt de orthopeed en de chirurg in overleg met de gipsverbandmeester en de verpleegkundige het vervolg van de behandeling.

Dagindeling

Tijdens de opname proberen we zoveel mogelijk het ritme van thuis aan te houden. De pedagogisch medewerker maakt in overleg met u en de verpleegkundige een dagprogramma. Spelen gaat moeilijker en uw kind zal zijn energie minder kwijt kunnen. Toch zijn er voldoende mogelijkheden om uw kind bezig te houden. De pedagogisch medewerker en verpleegkundige bespreken met u de activiteiten die mogelijk zijn voor uw kind.

Verzorging van uw kind

Wassen en verzorgen

Tijdens de tractiebehandeling kan uw kind niet in bad. Wassen en verzorgen gebeurt op bed. U kunt met de verpleegkundige bespreken welke zorg u zelf aan uw kind kunt en wilt geven.

Kleding

Rompertjes en truitjes zonder knoopjes op de rug zijn handig. Uw kind kan geen broekje aan. Doe uw kind sokjes of slofjes aan om koude voetjes te voorkomen. Wij raden aan om de luier van uw kindje achterstevoren aan te doen of te kiezen voor een maatje groter. Doordat uw kind op de rug ligt, loopt de urine naar achter. Als de luier achterstevoren zit neemt deze de urine beter op.

Borstvoeding

Als u borstvoeding geeft, kunt u hier tijdens de behandeling mee doorgaan. Het is zeker de moeite waard omdat het uw kind ook troost en een gevoel van geborgenheid geeft. U kunt hiervoor op het bed van uw kind gaan liggen. Uw kind kan zich dan naar u toedraaien en drinken.

Oudere kinderen

Omdat uw kind de hele dag op bed ligt zal de stoelgang soms moeizamer verlopen. Voldoende vocht en vezelrijke voeding zijn van belang. De verpleging zal u hierover adviseren.

Afronden van de behandeling

Meestal duurt de behandeling drie tot vier weken, afhankelijk van de leeftijd van uw kind en de mate van nieuw botvorming. De orthopeed en chirurg bepalen aan de hand van de röntgenfoto’s wanneer de behandeling gestopt kan worden. De gewichtjes en het tractieverband worden dan verwijderd. Hierna wordt er op de gipskamer een gipsbroek aangemeten. Verdere controle wordt gedaan via de gipskamer.

Bent u verhinderd?

Heeft u een belangrijke reden waarom u niet kunt komen op uw afspraak? Neem contact op met de polikliniek. Gaat het om een opname? Bel dan het patiënten service bureau.

Heeft u nog vragen?

Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie? Neem dan contact met ons op via een van deze telefoonnummers. U kunt deze informatie ook downloaden.

Contactinformatie afdelingen

Gipskamer

Telefoonnummer 020-634 6194
Route 24

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven