Blaasspoelingen met BCG

Uw uroloog heeft met u afgesproken dat u een aantal blaasspoelingen met BCG krijgt. Waarom zijn er blaasspoelingen nodig? Hoe gaat deze behandeling? Wat zijn de bijwerkingen? Dat en meer leest u in deze folder.

Waarom blaasspoelingen?

Hoewel blaaskanker kwaadaardig is, zit het meestal alleen in het slijmvlies van de blaas en niet in de blaaswand. Door een operatie via de plasbuis is de blaaskanker verwijderd (TURT). Bij meer dan 50% van de patiënten keert de blaaskanker terug (recidief). Hierbij wordt de tumor soms langzaam kwaadaardiger en kan dan verder in de blaaswand groeien.

Er zijn verschillende middelen om de blaas te spoelen. Uw uroloog heeft vastgesteld dat bij u het middel BCG het beste resultaat zal geven.

Wat is BCG?

BCG betekent Bacillus Calmette Guérin. Het middel BCG is een vaccin met een verzwakte TBC bacil  dat ervoor zorgt dat de blaas een betere afweer heeft tegen kankercellen. Deze blaasspoeling is een vorm van immunotherapie.

Aantal blaasspoelingen

U start met een serie van 6 blaasspoelingen, eenmaal per week gedurende 6 weken, uitgevoerd door een gespecialiseerde verpleegkundige.

Na deze 6 blaasspoelingen doet de uroloog een cystoscopie, hij kijkt dan in uw blaas. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek adviseert de uroloog een van de volgende mogelijkheden:

  • Doorgaan met de blaasspoelingen met BCG
  • Doorgaan met blaasspoelingen met BCG in een andere dosis
  • Stoppen van de behandeling met BCG.

Als u doorgaat met de blaasspoelingen is de totale behandeling ongeveer 27 blaasspoelingen, verdeeld over 3 jaar. Het aantal blaasspoelingen kan variëren en is afhankelijk van de aard van de blaaskanker. Het heeft ook te maken met het aantal keren dat u al eerder blaaskanker heeft gehad. Om het effect van de blaasspoelingen te controleren, doet de uroloog regelmatig (elke 3 tot 6 maanden) opnieuw een cystoscopie. Ook doen we een celonderzoek van de urine (urine-cytologie). Soms wordt ook nog een röntgenonderzoek van de urinewegen (CT-IVP) gedaan.

De kans dat de blaaskanker terugkomt is de eerste twee jaren het grootst. Maar ook na die periode kan de blaaskanker opnieuw terugkomen. Het aantal keren dat uw uroloog de komende jaren uw blaas zal controleren, wordt met u afgesproken.

Mochten bepaalde blaasspoelingen bij u niet helpen of veel bijwerkingen geven dan kan er overgeschakeld worden op een ander type blaasspoeling of een aangepaste dosering. Ook dit wordt met u besproken.

De blaasspoelingen

Voorbereiding

De volgende handelingen zijn belangrijk, elke keer voordat u een blaasspoeling krijgt:

  • Drink 3 à 4 uur voor de spoeling niet teveel, maximaal 1 glas vocht. Dit is van belang om te voorkomen dat uw blaas te vol wordt waardoor u later de blaasspoeling te vroeg uit plast. Het effect van de BCG wordt daardoor kleiner.
  • Neem voor de blaasspoeling geen plaspil/diuretica medicatie in, dat kunt u na de spoeling doen.
  • Ga de ochtend voor de spoeling douchen of baden. Reinig het onderlichaam extra goed met ruim water. Dit is belangrijk om een infectie te voorkomen

Waar meldt u zich voor de blaasspoelingen?

U meldt zich op de afgesproken dag en tijdstip op het Dagcentrum, 2e etage West.

Heeft u een blaasontsteking? Dan mag u geen blaasspoeling ondergaan! Neem bij twijfel ook tijdig contact met ons op. Poli urologie: 020-6346243.

Het blaasspoelen

  • Op het dagcentrum meldt u zich bij de balie waar u een urinepotje krijgt. Vervolgens gaat u naar een toilet waar u wat urine in een potje doet en de blaas verder leeg plast.
  • De verpleegkundige onderzoekt de urine op bloed en/of ontstekingsverschijnselen. Als er geen ontsteking en/of bloed in de urine gevonden wordt gaat de blaasspoeling met BCG door.
  • Op uw kamer gaat u op een bed liggen met een ontbloot onderlijf.
  • De verpleegkundige maakt het gebied rond de opening van de plasbuis schoon. Daarna brengt ze de katheter via de plasbuis naar binnen. Dit kan heel even een branderig gevoel geven.
  • Via de katheter brengt de verpleegkundige de vloeistof met de BCG langzaam in uw blaas. Hierna wordt de katheter meteen verwijderd.
  • De blaasspoeling moet bij voorkeur 1 uur in de blaas blijven. In dat uur kunt u dan niet gaan plassen. Moet u toch plassen? Overleg dan met de verpleegkundige.
  • Tijdens de blaasspoeling blijft u op de afdeling, in bed, liggen of zitten.
  • Bij het uitplassen van de blaasspoeling is het belangrijk dat de vloeistof zo min mogelijk uw huid raakt. Ga daarom naar het toilet die de verpleegkundige u wijst. Plas de vloeistof  zittend uit, scheutje chloor in de toiletpot, sluit de wc-deksel en trek 2x door.
  • Was de geslachtsorganen met water.
  • Daarna mag u naar huis.

Na de blaasspoeling

  • Volg de instructies voor toiletgebruik ook de rest van de dag én de dag erna op: zittend plassen en de toilet op dezelfde manier reinigen. Dit is noodzakelijk om knoeien/spetteren met de resten van blaasspoeling op huid of kleding te voorkomen.
  • Neem 6 uur en 18 uur ná de blaasspoeling 1 tablet Ofloxacine in.
  • Na de blaasspoeling is geslachtsgemeenschap toegestaan. We adviseren u nadrukkelijk om hierbij een condoom te gebruiken. Dit is nodig tot een week na de laatste blaasspoeling.

De bijwerkingen

De meeste patiënten verdragen de blaasspoelingen probleemloos, zonder bijwerkingen. Soms kunnen klachten van de blaas ontstaan, zoals vaak aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de plasbuis, bloed of weefseldeeltjes bij de urine. Vrijwel altijd zijn deze klachten binnen enkele dagen verdwenen. Om deze klachten te doen verminderen, raden wij u aan meer te drinken dan u gewend bent.

Soms kunnen behalve blaasklachten ook algemene ziekteverschijnselen optreden zoals koorts, koude rillingen, spierpijn en griepgevoel. Is de koorts boven de 38.5 neem dan contact op met polikliniek urologie en buiten kantoortijden met de spoedeisende hulp. Deze bijwerkingen zijn te behandelen met paracetamol, maximaal 6 tabletten van 500 mg per dag. De bijwerkingen verdwijnen meestal na 2 dagen.

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen neem dan contact op met de polikliniek Urologie.

Contactinformatie afdelingen

Urologie polikliniek

Telefoonnummer 020-634 6243
Route 33

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven