TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie

Stress-incontinentie is ongewenst urineverlies bij lichamelijke inspanning, zoals tillen, niezen, hoesten, lachen, sporten, springen of plotselinge bewegingen. Het urineverlies treedt op als de druktoename in de buik niet kan worden opgevangen door het afsluitmechanisme van de blaas. U verliest dan plotseling urine zonder dat u aandrang voelt.

De ingreep

Bij deze operatie brengt de uroloog via de vagina een bandje (tape) onder de plasbuis aan. Dit bandje ondersteunt als een soort hangmatje de urinebuis bij hoesten of bij inspanning. Hierdoor wordt urineverlies tegengegaan. De uiteinden van het ingebrachte bandje worden via bestaande openingen in het bekken (Obturatum) naar de liezen geleid en komen daar naar buiten (in uw linker en rechter liesstreek). De arts maakt hiervoor twee kleine sneetjes in de linker en rechter lies. Deze worden met oplosbare hechtingen gehecht.

De uroloog trekt het bandje zo stevig aan, als waarschijnlijk nodig is. Het bandje zelf wordt niet vastgemaakt. Door het omliggende weefsel verschuift het niet. Hiermee raakt het bandje binnen enige tijd vergroeid. Tijdens de operatie krijgt u antibiotica. De operatie duurt 15-20 minuten. In vergelijking met andere operaties is deze operatie weinig belastend.

De anesthesist bespreekt van te voren met u of u plaatselijk wordt verdoofd d.m.v. een ruggenprik, of dat u volledige narcose krijgt. De operatie kan plaats vinden onder algehele narcose of met een ruggenprik. Na de operatie wordt een blaaskatheter ingebracht en een vaginaal tampon die de volgende ochtend beide weer worden verwijderd.

Na de ingreep

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer op de dagbehandeling. U heeft een infuus voor het toedienen van vocht en eventueel iets tegen de pijn of misselijkheid. Als u zich goed voelt wordt het infuus verwijderd. Na de operatie mag u eten waar u zin in heeft. Wees er op bedacht dat u na een algehele narcose misselijk kan zijn.

Indien een ruggenprik heeft gehad heeft u een katheter (slangetje) in de blaas. Deze wordt er uitgehaald als het gevoel in de benen weer terug is. U krijgt paracetamol tegen de pijn. U mag maximaal zes tabletten van 500 mg per dag.

De eerste dagen na de operatie kunt u wat bloederige afscheiding hebben uit de operatiewond in de vagina. Na het aanleggen van het bandje is het soms moeilijk om de blaas goed leeg te plassen. Het is daarom belangrijk dat u voor het plassen voldoende tijd neemt. 

Om na te gaan of de blaas goed leeg is na het plassen meet de verpleegkundige met een echo-apparaat de eventueel achtergebleven urine (het residu). De hoeveelheid residu bepaalt de volgende stap. Als u na de operatie heeft geplast en het residu dan minder dan 200 milliliter is, is aangetoond dat u de blaas goed leeg kunt plassen. U mag dan naar huis. Als het niet lukt om zelf te plassen na het verwijderen van de katheter dan krijgt u opnieuw een katheter gedurende 1 week.

Zelfkatheterisatie

Indien u na het verwijderen van de katheter nog steeds niet kunt plassen, of indien het residu meer dan 200-250 milliliter is dan leert de verpleegkundige u om zelf de blaas met een katheter leeg te maken. Dit noemen wij zelfkatheterisatie. Na enige tijd zult u merken dat het wel lukt om de blaas goed leeg te plassen. Het gebeurt maar zelden dat na een TVT-O operatie een patiënt moet leren om zelf te katheteriseren.

Complicaties

De kans op complicaties is klein. Mogelijke complicaties zijn:

  • Er kan een kleine bloeduitstorting in de liezen ontstaan. U ziet dan een rode bult van bloed onder de sneetjes. Vaak verdwijnt dit vanzelf. Als het bloed en wondvocht naar buiten zijn gekomen genezen de wondjes vanzelf. U kunt tot die tijd uw kleding beschermen met een pleister of een gaas. 
  • Het is mogelijk dat u na de operatie een blaasontsteking krijgt. U krijgt dan antibiotica. Het is belangrijk dat u de kuur afmaakt.
  • Tijdens de operatie kunt u een bloeding krijgen in uw vagina. Als dit gebeurt, brengt de arts een tampon in. U krijgt dan ook een blaaskatheter. Zoals gezegd is het is mogelijk dat u de blaas na de operatie niet goed leeg plast. Als dit probleem blijft, dan leren wij u om de blaas zelf te legen met een katheter. Dit is maar zelden nodig. Eventueel kan het bandje van de TVT-O operatie losgemaakt worden.
  • Een zeldzame complicatie is een beschadiging van de blaas of urinebuis tijdens de operatie. De arts kan deze complicatie doorgaans direct herstellen. Patiënten waarbij dit gebeurd krijgen een blaaskatheter en moeten een paar dagen langer in het ziekenhuis blijven. Een beschadiging van de blaas of urinebuis geneest meestal na enige tijd goed.
  • Bij sommige patiënten ontstaan na enkele weken tot maanden aandrangincontinentie. Zij hebben dan zeer vaak aandrang om te plassen. Als deze klacht ontstaat en veel hinder geeft dan bestaan er medicijnen om deze klacht te verhelpen.

Naar huis 

U kunt nog pijnklachten hebben als u met ontslag gaat. De hechtingen in de vagina en liezen kunnen een trekkend gevoel geven. U mag maximaal zes tabletten van 500 mg paracetamol per etmaal innemen. U kunt een paar dagen bloedverlies of bloederige afscheiding hebben. Als dit helder rood bloedverlies is, of meer dan bij ontslag dan adviseren wij contact op te nemen met de verpleegafdeling. 

Gedurende 4 weken adviseren wij u

  • Geen tampons te gebruiken.
  • Geen bad te nemen.
  • Niet te zwemmen.

Wanneer neemt u contact op?

  • Aanhoudende of toenemende pijn.
  • Aanhoudend of toenemend vaginaal bloedverlies (meer dan bij ontslag).
  • Temperatuursverhoging (hoger dan 38,5 C).
  • Als het niet lukt om te plassen.

Leefregels voor thuis

Het belangrijkste is om goed te luisteren naar uw eigen lichaam. U voelt zelf het beste wat u wel en niet kunt. Het wordt afgeraden om de eerste 4 tot 6 weken na de operatie zwaar te tillen, zoals de boodschappen, kinderen etc. Lichte werkzaamheden zoals koken, en afwassen mag u direct weer gaan doen. Autorijden mag u hervatten na twee weken. Sporten waarbij u veel moet springen op een harde onderlaag bijvoorbeeld steps, of waar een verhoogde druk is in uw onderbuik zoals fitness en fietsen, worden de eerste 4 tot 6 weken afgeraden. 

Het advies is om 4 tot 6 weken geen geslachtgemeenschap te hebben, omdat u een wondje in de vagina heeft dat moet herstellen. Het is belangrijk om goed te drinken zodat u regelmatig plast. De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kan het zijn dat u tijdelijk meer aandrang voelt, of het gevoel ‘tegen een weerstand in te plassen’. Dat gevoel verdwijnt meestal later vanzelf.

Bij sommige vrouwen kan het na het plaatsen van de TVT-O moeilijk zijn om de blaas geheel te legen. Het is belangrijk dat u voldoende tijd neemt om de blaas goed leeg te plassen. Als u dat niet lukt loopt u, zoals al eerder gezegd, het risico een blaasontsteking te krijgen.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem contact met ons op. U kunt ook onze website raadplegen.

Contactinformatie afdelingen

Urologie polikliniek

Telefoonnummer 020-634 6243
Route 33

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven