Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
- Home
- Aandoening & behandeling
- Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
Herken het Carpaal Tunnel Syndroom
De meest voorkomende klacht bij CTS is een tintelend of pijnlijk gevoel in de hand en de vingers (vooral de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger). In de vingertoppen kan een doof gevoel ontstaan. Soms neemt de kracht in de hand af waardoor er makkelijk dingen uit de handen kunnen vallen. De klachten zijn vaak ‘s nachts het ergst, maar u kunt er ook overdag last van hebben. Bijvoorbeeld tijdens het autorijden, het lezen van de krant en op de fiets. De meeste mensen hebben de verschijnselen aan één hand, maar het is ook mogelijk dat u van beide handen last krijgt.
Oorzaak carpaal tunnel syndroom
De oorzaak van de beknelling is meestal niet bekend. Mensen met reuma, diabetes of schildklierziekte hebben meer kans op het ontwikkelen van CTS. Soms ontstaat de beknelling door een botafwijking, zoals bij een botbreuk.
Onderzoek
Om vast te stellen dat u het CTS heeft, kan de neuroloog onderzoek doen. Vaak wordt een electromyogram (EMG) of een zenuwechografie verricht. Bij het EMG wordt met kleine stroomstootjes de functie van de zenuwen beoordeeld. Dit kan geringe pijnklachten gegeven. De zenuwechografie is pijnloos. Beide onderzoeken duren ongeveer 15 minuten.
Behandeling
Als u weinig last heeft is een behandeling niet nodig. Ditzelfde geldt als de klachten weer voorbij gaan, zoals na zwangerschap. Een injectie en een operatie zijn beide goede behandelingen. Soms wordt ook gekozen voor een polsspalk. Deze kan worden gebruikt als er weinig klachten zijn of de klachten waarschijnlijk weer vanzelf voorbijgaan.
Injectie
U krijgt de injectie ter hoogte van de pols. Er wordt een ontstekingsremmer en een verdovingsvloeistof ingespoten. De klachten kunnen de eerste dagen een beetje toenemen. Na de injectie kunt u de hand gewoon gebruiken. Op korte termijn is dit een goede behandeling, maar bij een deel van de mensen komen de klachten weer terug. Dan kunnen we een nieuwe injectie geven of een operatie overwegen.
Operatie
De operatie wordt uitgevoerd door een chirurg. Deze maakt een kleine snede in de pols en maakt meer ruimte ter hoogte van de carpale tunnel. Na de operatie kunt u uw hand enkele weken minder goed gebruiken. De operatie geeft vaker op langere termijn meer verlichting dan een injectie. Er zitten iets meer risico’s aan een operatie dan aan een injectie.
Behandelingen en meer informatie
Praktische informatie
- Telefoonnummer 020-634 6260
- Route 35, 36