Ga direct naar: Zoeken | Hoofdmenu | Snelkoppelingen
U bevindt zich hier: Home | Onderzoeken & Behandelingen | Borstkanker | Borstkanker onderzoeken | Borstafwijkingen onderzoek en diagnostiek bij borstkanker
Om tot een juiste diagnose en behandeling van borstkanker te komen is naast lichamelijk onderzoek ook radiologisch en microscopisch onderzoek noodzakelijk:
Een mammografie is een röntgenfoto van de borst. De foto’s van een mammografie geven een goed overzicht van het weefsel van uw borsten.
De foto's van een mammografie kunnen zeer kleine veranderingen in het borstweefsel laten zien. Zelfs als deze afwijking nog niet voelbaar is. Er wordt van beide borsten in twee richtingen een foto gemaakt. Uw borst wordt tussen twee platen gelegd die kortdurend stevig worden aangedrukt. Dit stevig aandrukken kan onprettig of zelfs pijnlijk zijn. Toch is dit nodig om van de hele borst een goede foto te maken. De afbeelding wordt digitaal opgeslagen en daarna door een radioloog bekeken. Van dit onderzoek maakt de radioloog een verslag.
Als u jonger bent dan 30 jaar heeft een mammografie door het actieve klierweefsel geen goede diagnostische waarde en wordt meestal alleen een echografie gemaakt. Als het beeld van de echo daartoe aanleiding geeft, kan de radioloog besluiten alsnog een mammografie te maken.
Een echografie is een snelle en relatief eenvoudige manier om afwijkingen in de borst te kunnen onderzoeken. Bijvoorbeeld als u een knobbeltje in uw borst heeft gevoeld of als op de mammografie een afwijking is te zien.
Bij een echografie worden beelden gemaakt van weefsels en organen met behulp van geluidsgolven. Tijdens het echo-onderzoek van de borst ligt u op een onderzoekstafel. Op de huid wordt gel aangebracht waarna er met een apparaatje over de huid wordt bewogen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door laborant onder supervisie van een radioloog.
Als op een mammografie en/of echografie een afwijking in de borst te zien is, kan nader onderzoek door middel van een cytologische punctie nodig zijn.
Bij een cytologische punctie prikt de arts met een dunne, holle naald in de afwijking om er een aantal cellen uit te zuigen. Als de afwijking in uw borst goed voelbaar is, voert de patholoog de punctie uit. Als de afwijking alleen goed te zien bij radiologische onderzoek en niet voelbaar is, dan doet de radioloog de punctie met behulp van echografie.
Na de punctie beoordeelt de patholoog de cellen onder de microscoop. Dit is cytologisch onderzoek. Met dit onderzoek wordt meestal duidelijk of de afwijking goedaardig is of kwaadaardig.
Een cytologische punctie is vergelijkbaar met het prikken van bloed. Een plaatselijke verdoving is daarom niet noodzakelijk.
Bij een histologische biopsie wordt met een dikke, holle naald een klein beetje weefsel uit de borst gehaald. Zo kan worden onderzocht of een afwijking in de borst goedaardig is of kwaadaardig.
Als een punctie niet toereikend of niet mogelijk is om een afwijking in de borst te onderzoeken, dan is het nodig om met een dikkere naald in de afwijking te prikken. Dit wordt een biopsie genoemd. Onder plaatselijke verdoving maakt de radioloog een klein sneetje in de huid en haalt daarna met een dikke holle naald een stukje weefsel uit de afwijking in de borst. Dit stukje weefsel wordt vervolgens door de patholoog onder de microscoop bekeken en beoordeeld. Een histologische biopsie gebeurt meestal met behulp van echografie.
Tijdens dit röntgenonderzoek (mammografie) neemt de radioloog een stukje weefsel weg uit de plek die onderzocht moet worden. Dit weefsel wordt onderzocht door een patholoog.
Sommige afwijkingen in de borst zijn alleen maar op een mammografie te zien. Vaak gaat het om kalk (calcificaties). Kalk in de borst is heel normaal, maar wanneer de calcificaties zich op een bepaalde manier rangschikken, is onderzoek naar het weefsel noodzakelijk. Dit kan met een stereotaxische biopsie.
Hoe verloopt het onderzoek?
U gaat op een daarvoor geschikte stoel zitten. Vervolgens zoekt de laborant met röntgenapparatuur de betreffende afwijking in uw borst en fixeert de borst stevig. Zodra de afwijking is gevonden komt de radioloog en brengt met hulp van de computer een holle naald in uw borst. Hierdoor kan hij de stukjes weefsel wegnemen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Vervolgens laat de radioloog een uiterst klein stukje metaal, als markering achter in de borst en worden controlefoto's gemaakt. Het onderzoek duurt ongeveer een uur.
Als de uitslagen van het radiologisch, microscopisch en lichamelijk onderzoek zijn verzameld kan de chirurg en/of casemanager een diagnose vaststellen. Er zijn goedaardige en kwaadaardige afwijkingen - alleen bij kwaadaardige afwijkingen is sprake van kanker.
De diagnose en eventuele behandeling of controle wordt met u besproken. Als de diagnose nog niet duidelijk is, of verduidelijking nodig heeft, is vervolgonderzoek in de vorm van een MRI of extra microscopisch onderzoek nodig. De arts of casemanager zal dit aan u uitleggen.
Wilt u deze pagina delen via Social media? Accepteer dan eerst de functionaliteit cookies.