Keizersnede

Deze brochure geeft informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een keizersnede. De medische term daarvoor is een sectio caesarea. Er bestaan verschillende redenen voor een keizersnede. De precieze gang van zaken wisselt per ziekenhuis. Hier geven wij informatie over wat u meestal kunt verwachten.

Wat is een keizersnede?

Een keizersnede is een operatie waarbij het kind via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten, soms langer, soms korter. De baby wordt meestal binnen een kwartier na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.

Reden voor een keizersnede

De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina (schede) niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is.

Een geplande keizersnede of primaire sectio

Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat te zijner tijd een keizersnede noodzakelijk zal zijn, bijvoorbeeld als de vrouw een operatie gehad heeft in verband met een ernstige verzakking.

In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is, bijvoorbeeld als de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom de indaling van het kind verhindert of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.

Een keizersnede tijdens de bevalling

Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/of dreigend zuurstofgebrek van het kind.

Het is mogelijk dat de bevalling niet opschiet tijdens de ontsluiting of de uitdrijving. Als de ontsluiting onvoldoende vordert neemt het aantal centimeters ontsluiting niet (voldoende) toe. Bij onvoldoende vordering van de uitdrijving is er te weinig indaling van het hoofdje of de billen in het bekken. De verloskundige of gynaecoloog kan denken aan dreigend zuurstofgebrek wanneer de harttonenregistratie op een CTG (cardiotocogram) langdurig of ernstig afwijkt. Soms wordt een beetje bloed van de hoofdhuid van het kind afgenomen (microbloedonderzoek) om te bepalen of het kind voldoende zuurstof krijgt.

Voorbereiding op een keizersnede

Zoals bij elke operatie vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Tevoren maakt u een afspraak met de anesthesioloog (poli anesthesiologie). De anesthesioloog stelt vragen over uw gezondheid en vaak wordt een lichamelijk onderzoek gedaan, zoals het luisteren naar hart en longen.

Verder wordt er bloedonderzoek uitgevoerd en bespreekt de gynaecoloog of anesthesioloog met u de keuze tussen een algehele anesthesie (narcose) en een ruggenprik (spinale verdoving).

Dag voor de operatie

Op de poli ontvangt u een recept voor pijnstilling thuis. Dit kunt u ophalen bij de apotheek. Wij raden u aan dit voor de geplande keizersnede alvast in huis te halen.

Bij een geplande keizersnede vragen wij u om 2 dagen voor de geplande operatie bureau opname te bellen (020-6346861). U krijgt dan een afspraak voor het afnemen van bloed om het ijzergehalte en de bloedgroep te bepalen.  Ook wordt er voor u bloed gereserveerd bij het laboratorium. Dit is een standaardprocedure bij een operatie. Tevens krijgt u de geplande tijd van de operatie te horen en hoe laat u zich op de afdeling mag melden.    

Operatiedag: voorbereiding thuis

Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn om braken tijdens en na de operatie te voorkomen. Gedurende minimaal 6 uur voordat u geopereerd wordt, is het niet toegestaan om te eten en te drinken. Een kopje water, thee of koffie zonder melk is toegestaan tot 2 uur voor de operatie.

De precieze richtlijnen vindt u in de brochure “Anesthesie” die u krijgt bij uw bezoek aan de anesthesist.

Op de afgesproken tijd meldt u zich op de afdeling Verloskunde.

Operatiedag: voorbereiding in het ziekenhuis

Voordat u naar de operatiekamer gaat, maakt de verpleegkundige een CTG. U krijgt een operatiehemd aan. Ook krijgt u een infuus in uw hand of arm. Via dit infuus krijgt u vocht toegediend, de eerste pijnstillers en een medicijn om braken te voorkomen. Verder kunnen er via het infuus zo nodig andere medicijnen worden toegediend. Vóór de operatie moet uw blaas leeg zijn.
Op de operatiekamer brengt de operatieassistente na het plaatsen van de ruggenprik, een blaaskatheter in. Zo kan de urine wegstromen en in een urineverzamelzak worden opgevangen.

Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U mag dan geen sieraden, haarspelden dragen of make-up op hebben. Contactlenzen of een kunstgebit moet u uitdoen. Uw bril kunt u meenemen.

Bij een keizersnede tijdens de bevalling (een spoed keizersnede) gebeuren deze voorbereidingen vaak in een sneller tempo.

Het soort verdoving

Bij een keizersnede zijn er twee soorten verdoving mogelijk: de ruggenprik (spinale verdoving) en narcose (algehele anesthesie). Bij een keizersnede is er een voorkeur voor de ruggenprik. Bij een ruggenprik is er minder risico voor moeder en kind en kunt u de geboorte bewust meemaken. Soms is er een reden is dat een ruggenprik niet kan plaatsvinden. Dit kan zijn wanneer het kindje bijvoorbeeld snel geboren moet worden of bij gebruik van bepaalde bloedverdunnende medicijnen.

Narcose

Bij narcose slaapt u tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo gegeven dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen, zoals inslaapmiddelen en pijnstillers, via de placenta krijgt. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. Soms krijgt u van tevoren wat zuurstof via een kapje of slangetje voor of in uw neus. Terwijl u slaapt krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is en de baby en de placenta geboren zijn.

Ruggenprik

Bij een ruggenprik spuit de anesthesioloog verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels. Meestal wordt de huid eerst plaatselijk verdoofd. Vaak voelt u dan de ruggenprik zelf nauwelijks meer.
Al snel worden uw onderlichaam en benen gevoelloos. Soms bent u kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. Bij een ruggenprik maakt u de geboorte van uw kind bewust mee. Al tijdens de operatie kunt u uw kind zien, horen en aanraken. U hebt tijdens de operatie geen pijn. Wel voelt u soms dat er getrokken of op uw buik geduwd wordt.

Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar het kan geen kwaad.

Zie voor meer informatie de brochure ‘pijnbestrijding tijdens de bevalling’.

De keizersnede operatie

Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’. Dit is een horizontale (dwarse) snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens. Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt.
Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren, die van de ribbenboog naar beneden lopen, worden opzij geschoven. Vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder uw kind naar buiten. Vaak drukt men daarbij op uw buik.
Als uw kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven, mag de partner dit niet zelf doen, zoals bij een ‘normale’ bevalling. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt u via het infuus doorgaans een medicijn om de baarmoeder te laten samentrekken en de placenta geboren te laten worden. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.

Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn?

Uw partner mag bij de keizersnede aanwezig zijn. Het is de gewoonte dat uw partner pas binnenkomt als alle voorbereidingen voor de operatie zijn getroffen en de operatie begint. Soms zijn de regels anders bij een spoedkeizersnede of algehele narcose.

Het is toegestaan om foto’s te maken.

Het kind na de geboorte

De kinderarts onderzoekt uw kind direct na de geboorte.

Huid op huidcontact

Meteen na de geboorte heeft huid op huidcontact van minstens een uur veel positieve effecten op de baby. Ook na een keizersnede wordt de mogelijkheid van huid op huidcontact bevorderd, mits de toestand van moeder en kind dit toestaat.
Op de operatiekamer is het te koud voor direct huid op huidcontact. Daarom wordt uw baby eerst drooggewreven en nagekeken onder een warmtelamp en daarna in warme doeken teruggebracht naar de operatiekamer. Dan kan de baby, goed toegedekt met warme doeken, wél bloot op uw blote borst liggen. De verpleegkundige of kraamverzorgende geeft u voorlichting en ondersteuning bij het huid op huidcontact en het aanleggen van de baby. Informatie wordt gegeven over de voedingssignalen. U wordt geadviseerd om uw baby binnen 2 uur na de keizersnede aan te leggen.

Na de operatie verblijft u maximaal een uur op de uitslaapkamer.

’s Avonds en ’s nachts wordt de afdeling ICCC (intensive care & cardiac care) als uitslaapkamer gebruikt. Een enkele keer gaat u na de operatie direct terug naar afdeling Verloskunde.

Rooming-in

Op de kraamafdeling van ons Moeder Kind Centrum hebben u en uw partner samen met uw baby een eigen kamer. Gedurende jullie gehele verblijf is de baby bij u op de kamer. Dat moeder en baby dichtbij elkaar zijn is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen voeden op verzoek. Zo krijgt u de kans te reageren op de behoefte van uw baby aan lichaamscontact en voeding. Ook leren u en uw partner tijdens dit samenzijn de baby kennen en verzorgen. Daarnaast heeft het invloed op uw hormonen wat de hechting aan uw baby bevordert.

Na een keizersnede

Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, de wond, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het infuus krijgt u vocht toegediend.

De blaaskatheter die de urine afvoert, geeft soms een onaangenaam gevoel.

De dag na de operatie wordt zo nodig bloed afgenomen om na te gaan of u bloedarmoede hebt. Indien dit nodig is, bespreekt de arts met u het gebruik van ijzertabletten , een ijzerinfuus of een bloedtransfusie. U begint met ijzertabletten als u ontlasting hebt gehad.
Om trombose te voorkomen krijgt u eenmaal per dag een injectie onder de huid van uw bovenbeen. Deze Fraxiparine-injecties krijgt u dagelijks totdat u weer goed loopt.

De eerste dag bent u vaak nog slap en wat duizelig bij het opstaan. Dat wordt daarna geleidelijk minder. Na één of twee dagen beginnen de darmen weer te werken. De buik is dan vaak nog opgezet en u kunt pijnlijke krampen hebben. Na de operatie mag u weer eten en drinken.

Kort na de keizersnede hebt u pijn aan de wond en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers. Pijnstilling is mogelijk per injectie, per zetpil of per tablet.

De buikwand is vaak pijnlijk. Niet alleen ter hoogte van het litteken, maar ook hoger tot aan de navel. Dit komt doordat de snede onder de huid in de buikwand verticaal loopt, van de navel tot het schaambeen. Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat uit zichzelf oplost en niet hoeft te worden weggehaald. Andere hechtingen of nietjes verwijdert men meestal na ongeveer een week.

Borstvoeding

Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of u algehele narcose of een ruggenprik hebt gekregen. Wel speelt de conditie van uw kind een rol. Als uw kind in de couveuse ligt, kunt u borstvoeding geven of afkolven.
Gaat alles goed met uw kind? Dan kunt u gebruik maken van de eerste zuigreflex vlak na de geboorte en beginnen met uw kind de borst te geven. Zo komt de melkaanmaak vlot op gang en kan het kind profiteren van de eerste voeding, het colostrum. U kunt al op de uitslaapkamer of ICU met borstvoeding beginnen. De eerste dag is liggend voeden vaak het plezierigst. Een houding op uw zij met een kussen onder uw hoofd, een kussen achter uw rug en een kussen onder uw bovenbeen is meestal het gemakkelijkst.

Borstvoeding op verzoek

U wordt door de verpleegkundige/kraamverzorgende aangemoedigd om de baby volgens zijn/haar ritme te laten drinken aan de borst. Dus zonder beperkingen in duur en frequentie. De verpleegkundige/kraamverzorgende geeft informatie over het proces van vraag en aanbod. Hoe meer de baby drinkt, hoe meer melk er wordt aangemaakt. Een goede melkproductie begint met een goede start na de geboorte door:

  • de baby snel aan te leggen,
  • huidcontact langdurig toe te passen,
  • in de eerste dagen na de geboorte de baby onbeperkt aan de borst te laten drinken en dit minstens 8 tot 12 keer per 24 uur,
  • geen andere voeding te geven dan op strikt medisch voorschrift.

Moedermelk is licht verteerbaar. De baby zal dus snel weer honger hebben en, in het begin, dag en nacht om voeding vragen. Voor de baby is vaak drinken noodzakelijk om goed te groeien. De borstvoeding komt zo snel op gang en de baby komt snel terug op gewicht. Of de baby voldoende drinkt, is af te leiden uit gewichtstoename, urineproductie, ontlasting, gedrag, huidconditie en uit observatie van de borstvoeding.
Voorlichting over het geven van borstvoeding op verzoek, uitleg over aanleggen en het observeren hoe voedingen verlopen, gebeurt door kraamverzorgenden, verpleegkundigen en de lactatiekundige.

Ontslag

De dag van de operatie wordt u ’s avonds al even uit bed gehaald. Als dit goed gaat, kunt u de volgende dag al rondlopen en douchen.  De blaaskatheter wordt verwijderd en in de loop van de dag kan u naar huis.

Heeft u bijvoorbeeld nog veel bloedverlies of heeft uw kindje meer zorg nodig? Dan kan het zijn dat u nog niet naar huis kan en uw opname wat langer duurt.

Weer thuis

Thuis zult u geleidelijk verder moeten herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel is na een keizersnede vaak langer dan na een bevalling via de vagina.

U neemt pijnstillers op vaste tijden:

  • paracetamol - 4x daags 2 tabletten van 500mg en
  • diclofenac - 3x daags 1 tablet van 50 mg.

Wordt de pijn minder dan bouwt u eerst de diclofenac af.

U bent niet alleen (opnieuw) moeder, maar daarnaast ook genezende van een operatie. Een veel gehoorde klacht na een keizersnede is moeheid. U kunt daar het beste aan toegeven door zoveel mogelijk rust te nemen. Aanvaard ook hulp die familie en kennissen u aanbieden.
Een kraamverzorgster kan uw vragen beantwoorden, huishoudelijke taken overnemen en uw partner ondersteunen. Naarmate u meer hulp hebt thuis, is de overgang gemakkelijker en went u sneller aan uw nieuwe levenssituatie.

Na de eerste weken merkt u dat u geleidelijk weer meer kunt doen. Zwaar tillen zoals vuilniszakken of zware boodschappentassen, kunt u de eerste zes weken beter nog niet doen. Gaandeweg kunt u wel uw activiteiten uitbreiden met bijvoorbeeld licht huishoudelijk werk en kleinere boodschappen.

Al snel na de operatie kunt u onder de douche. Sommigen raden een bad af zolang er nog bloederige afscheiding is (gemiddeld 2-4 weken), anderen hebben hier geen bezwaar tegen.

Komt er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten? Spoel de wond met de douche schoon, droog het voorzichtig en doe er een droog gaas overheen om uw kleding te beschermen.

Met buikspieroefeningen kunt u zes weken na de operatie weer beginnen. De verschillende lagen van de buikwand zijn dan goed genezen. Aan de zijkant van het litteken hebt u de eerste tijd soms een trekkend gevoel van inwendige hechtingen. Dit kan geen kwaad.

Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Als u borstvoeding geeft, menstrueert u waarschijnlijk langere tijd niet. Dit betekent niet dat borstvoeding een anticonceptiemiddel is. U kunt weer zwanger worden. Vraag zo nodig de verloskundige, huisarts of gynaecoloog om advies.

Wacht in ieder geval met gemeenschap tot de bloederige afscheiding voorbij is. Voor veel vrouwen duurt het langere tijd voordat zij weer zin hebben in seksueel contact.

Omdat bij een bikinisnede zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, houdt u vrij lange tijd een doof gevoel rond het litteken. Boven dit gebied met een doof gevoel is er, dikwijls halverwege de navel, een gebied dat juist extra gevoelig is. Vaak is pas na 6 tot 12 maanden het gevoel in de buikwand weer normaal.

Complicaties

Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.

Bloedarmoede

Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Bij ruim bloedverlies ontstaat er bloedarmoede. Niet zelden is na afloop het gebruik van ijzertabletten of een bloedtransfusie noodzakelijk. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.

Blaasontsteking

Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor. Bij klachten wordt daarom de urine gecontroleerd. Zo nodig krijgt u een antibioticum.

Nabloeding in de buik

Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een ernstig hoge bloeddruk waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.

Bloeduitstorting in de wond

Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.

Infectie

Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijgt u vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.

Trombose

Na elke operatie en bevalling is er een verhoogd risico op een trombose. Om dit te voorkomen krijgt u bloedverdunnende middelen zolang u nog niet zoveel uit bed bent.

Een beschadiging van de blaas

Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al verschillende malen een keizersnede hebt ondergaan. Er kunnen dan verklevingen rond de blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel hebt u vaak langer een katheter nodig.

Darmen die niet goed op gang komen (ileus)

Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.

Risico’s voor de baby

Problemen met ademhalen bij een geplande keizersnede

Bij een geplande keizersnede heeft een baby meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms heeft de baby beademing nodig. Zo nodig blijft de baby enkele dagen aan de monitor.
Hoe verder de zwangerschap, hoe kleiner de kans hierop is. Daarom wordt een geplande keizersnede zo mogelijk, na 39 weken zwangerschapsduur gedaan. Bij deze termijn zien wij zelden nog deze problemen.

Nogmaals een keizersnede? 

Mocht u snel opnieuw zwanger willen worden, dan is daar geen bezwaar tegen. Tenzij de gynaecoloog u adviseert er nog mee te wachten.

Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat u een volgende keer een ‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien. Vaak is bij een volgend kind geen keizersnede nodig. Wel krijgt u dan altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.

Emotionele aspecten rondom een keizersnede

De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg kon plaatsvinden en hebben het gevoel dat een normale bevalling van hen is ‘afgenomen’. Soms vinden ze dat ze gefaald hebben.
Bij een narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee. Hierdoor hebben ze soms moeite om aan hun kind te wennen.

Spelen dergelijke gevoelens bij u? Praat erover met uw partner, vrienden en familieleden. Bespreek tijdens de nacontrole uw emoties en vragen, zoals waarom de keizersnede nodig was. Dit kan u helpen bij het verwerken van emoties. Schrijf uw vragen van tevoren op zodat u niets vergeet.
Ook na langere tijd of voorafgaand aan een volgende zwangerschap kunt u, mocht u hier behoefte aan hebben, de hele gang van zaken nog eens bespreken met de gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Soms is het een opluchting om ervaringen uit te wisselen met ‘lotgenoten’. Die kunt u benaderen via de Vereniging Keizersnede Ouders (zie laatste pagina). Het omgekeerde is ook mogelijk; als een keizersnede gedaan werd nadat u lange tijd zeer pijnlijke weeën hebt gehad, betekent de operatie vaak juist een opluchting.

Voor de partner is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Uw partner ziet u negen maanden met de baby rondlopen en dan moet u (na eventuele weeën) ook nog een operatie ondergaan om het kind geboren te laten worden. Soms voelt een partner zich nutteloos omdat deze het gevoel heeft nauwelijks iets voor u te hebben kunnen doen. Ook kan de partner bang zijn geweest dat er iets mis zou gaan. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken.

Nog vragen?

Uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts is altijd bereid vragen te beantwoorden.

Woordenlijst

Anesthesie

Gevoelloosheid

Anticonceptiemiddel

Voorbehoedsmiddel

bikinisnede

Horizontale snede boven het schaambeen

CTG (cardiotocogram)

Registratiemethode om de conditie van de baby en de weeën activiteit in de gaten te houden

ICCC

Intensive care & cardiac care

Microlax

Laxeermiddel

Placenta

Moederkoek

Placenta praevia

Voorliggende moederkoek

Primaire sectio

Geplande keizersnede

Sectio caesarea

Keizersnede

Secundaire sectio

Keizersnede waartoe tijdens de bevalling besloten wordt

Vagina

Schede

 

Contactinformatie afdelingen

Gynaecologie en Verloskunde polikliniek

Openingstijden Van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30
Telefoonnummer 020-634 6103
Route 18

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem. Als u verder surft, accepteert u onze cookies.

Terug naar bovenScroll naar boven