Revalidatie in stappen

Revalidatie kan al starten als u nog in het ziekenhuis ligt. Dat geldt voor patiënten die met een acute aandoening worden opgenomen of een ongeval hebben gehad. Zij hebben hulp en begeleiding nodig om weer te leren functioneren. Zo moeten mensen die een herseninfarct hebben doorgemaakt vaak weer leren lopen, zelfstandig aan- en uitkleden, praten en schrijven. Het is belangrijk dat de therapie zo snel mogelijk na een opname in het ziekenhuis start. Hierdoor is de kans groter dat u herstelt.

De neuroloog of andere arts vraagt de revalidatiearts dan om mee te behandelen. De revalidatiearts start dan bijvoorbeeld ergotherapie en fysiotherapie. De behandelaars overleggen regelmatig met elkaar en met het verplegend personeel over uw behandeling en herstel. Na uw ontslag gaat uw behandeling mogelijk verder op de polikliniek. Het kan ook zijn dat u ergens anders verder revalideert, bijvoorbeeld in een revalidatiecentrum of op de revalidatieafdeling van een verpleeghuis.

Op de polikliniek heeft u een afspraak met de revalidatiearts na verwijzing van uw huisarts. Of u krijgt deze afspraak na een opname in het ziekenhuis. U bent dan wellicht al gestart met revalidatie. De arts brengt uw klachten in kaart en bespreekt met u wat u kan helpen. 

De revalidatiearts werkt nauw samen met verschillende experts. Denk aan de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, diëtist en medisch maatschappelijk werker. Zij werken samen met u aan herstel, of het zo goed mogelijk omgaan met uw beperkingen. Daarbij is uw revalidatietraject natuurlijk afgestemd op uw vraag.

U heeft gemiddeld 2 tot 3 keer per week een behandeling. Om de 6 weken bespreekt u met de revalidatiearts hoe het gaat en past u samen met de arts eventueel uw doelen aan.

Een revalidatietraject vraagt motivatie en inzet van u. Het is daarom het beste als u bij alle geplande behandelingen aanwezig bent. Bij de planning houden wij natuurlijk zoveel mogelijk rekening met uw agenda. Alleen bij zeer dringende redenen, bijvoorbeeld als u weer gaat werken of als u een andere medische behandeling moet ondergaan, kunnen wij deze planning wijzigen.

Als u dat 4 weken van tevoren aangeeft is 1 keer tijdens het behandeltraject een vakantie van maximaal 2 weken mogelijk. Gaat u vaker of langer op vakantie? Dan betekent dat in principe dat uw behandeling gestopt wordt. Het is daarom belangrijk dat u bij het plannen van uw vakantie zoveel mogelijk rekening houdt met uw behandeltraject

Als u wilt weten hoe lang uw behandeltraject nog zal duren kunt u dat bespreken met uw therapeut. Hoe u na terugkeer van vakantie verder kunt revalideren, bespreekt u met de revalidatiearts.

Na de behandelperiode maakt u afspraken met de arts over de nazorg. U krijgt een beweegadvies van de fysiotherapeut. Soms is een controleafspraak bij de revalidatiearts genoeg, soms is voortzetting van therapie bij een logopedist, ergotherapeut of fysiotherapeut nodig bij u in de buurt. Er zijn natuurlijk ook nog andere mogelijkheden voor nazorg. Die bespreken we met u.