Anticonceptie: zwangerschap voorkomen

Betekenis anticonceptie

Anticonceptie betekent: tegen bevruchting. Met anticonceptie wordt bevruchting of innesteling van een bevruchte eicel tegengegaan. Dit voorkomt dat u zwanger wordt. Er zijn verschillende middelen voor anticonceptie. Elk anticonceptiemiddel kent voor- en nadelen. Welk middel het meest geschikt is, hangt van uw lichaam en situatie.

De pil

De pil is een pilletje met hormonen, dat u elke dag op hetzelfde tijdstip slikt. Vaak heeft een pil een stopweek, hierin word je ongesteld. De pil voorkomt op verschillende manieren een zwangerschap: er is geen eisprong meer, zaadcellen kunnen niet door het slijm van de baarmoederhals komen en een bevruchte eicel kan zich niet innestelen.

Met de pil kunt u uw cyclus sturen: als u hem elke dag blijft slikken, wordt u niet meer ongesteld. Vaak hebben vrouwen dankzij de pil minder buikpijn en verliezen ze minder bloed. Er zijn verschillende soorten pillen. De arts van het BovenIJ bespreekt met u welke pil het beste bij u past.

Hormoonpleister

Een hormoonpleister is een pleister die u op uw bovenbeen, arm, buik, bil of rug plakt. Deze pleister heeft dezelfde hormonen als de pil, die via de huid uw lichaam binnenkomen. Bij de pil krijgt u in 1 keer veel hormonen binnen, die langzaam minder worden. De hormoonpleister geeft constant een klein beetje hormonen. Hierdoor is het een handig anticonceptiemiddel voor mensen die heftig reageren op de pil. U plakt elke week een nieuwe pleister, 3 weken lang. In de vierde week wordt u ongesteld.

Hormoonring

De hormoonring wordt ook anticonceptiering genoemd. Dit is een plastic ring  van ongeveer 5 centimeter groot, die u zelf in uw vagina doet. In de ring zitten hormonen die voorkomen dat u  zwanger wordt. De ring kan 3 weken blijven zitten. Daarna haalt u de ring eruit en wordt u  ongesteld. De meeste mensen hebben tijdens het vrijen geen last van de ring.

Prikpil

De prikpil is een prik, dus geen pil. U krijgt de prik van de arts of assistent in uw bil of  bovenarm. Hierin zit een hormoon dat voorkomt dat u zwanger wordt. U haalt elke 12 of 13 weken een nieuwe prik. Meestal heeft de prikpil tijdelijk invloed op uw ongesteldheid. U wordt bijvoorbeeld niet meer, of onregelmatig ongesteld. Na 12 maanden hebben de meeste vrouwen weinig tot geen bloedverlies meer.

Hormoonstaafje

Het hormoonstaafje wordt ook anticonceptiestaafje genoemd. Dit is een dun, soepel staafje van ongeveer 4 centimeter lang. De arts plaatst dit staafje vlak onder de huid van uw bovenarm. Het hormoonstaafje kan 3 jaar blijven zitten, dus u hoeft er niet aan te denken. Het hormoonstaafje geeft steeds een klein beetje hormoon af aan uw lichaam, waardoor u niet zwanger kunt worden. De eerste maanden bent u waarschijnlijk onregelmatig ongesteld, daarna verdwijnt uw ongesteldheid waarschijnlijk.

Spiraaltje

Een spiraaltje zorgt ervoor dat u niet zwanger kunt worden. Er zijn 2 soorten spiraaltjes: het hormoonspiraaltje en het koperspiraaltje, zonder hormonen. Het spiraaltje Mirena heeft hormonen. Het is heel geschikt voor vrouwen die liever niet meer ongesteld worden. Met het hormoonspiraaltje bent u ongeveer 5 jaar beschermd tegen zwangerschap. Het koperspiraaltje heeft géén hormonen. Het is heel geschikt voor vrouwen die geen hormonen mogen of willen. Met het koperspiraaltje bent u 5 tot 10 jaar beschermd tegen zwangerschap. U kunt wel last krijgen van hevige menstruatie. De arts van het BovenIJ bespreekt met u welk spiraaltje het beste bij u past.

Sterilisatie

Een sterilisatie is een operatie waarbij de arts beide eileiders afsluit. Het eitje kan zo niet meer worden bevrucht. De arts doet de operatie via de vagina, of met een kijkoperatie via de buik. Dit heet een kijkoperatie, maar we doen meer dan alleen kijken: bij een kijkoperatie opereren we door kleine gaatjes, in plaats van 1 grote snee. Een sterilisatie is moeilijk terug te draaien.